Informatie met betrekking tot de overgang naar het nieuwe stelsel.
Inleiding:
Per 01-02-2025 gaat het certificatiestelsel over naar een registratiestelsel waarbij de beroepskwalificaties “duiker, duikploegleider, duik-medisch begeleider en duikerarts” onder persoonsregistratie komen te vallen. In dit informatiebulletin zullen wij u de overgang naar dit stelsel uitleggen.
Uw huidige certificaat:
Deze blijft onder de ongewijzigde voorwaarden geldig tot de einde geldigheid zoals vermeld op dit certificaat.
Al uw geldige certificaten zullen automatisch in het Register opgenomen worden. Dit Register kan geraadpleegd worden. (www.duikregister.nl)
Als u met dit certificaat in aanmerking komt voor portfolio-onderzoek (2-jaarlijks) of her-certificeren, en voldoet aan de geldigheidscondities van dat certificaat dan zal dit betekenen dat u vanaf dat moment een certificaat “Bewijs van registratie” krijgt welke onder nieuwe voorwaarden en geldigheidscondities en conform de registratieschema’s verstrekt gaat worden. In het geval van portfolio-onderzoek (2-jaarlijks) zult u een nieuw certificaat krijgen met een nieuwe registratienummer en met vermelding van de nieuwe scope. Echter met een geldigheid van de resterende 2 jaar.
Wat verandert er:
Certificaat duiker:
Onder registratie zal er geen keuze meer zijn bij het uitvoeren van het examen voor herregistratie. Dit zal altijd bestaan uit zelfredzaamheid en een redding van een duiker in nood zijn. De uitvoering zal zijn in de betreffende scope van uw certificaat (registratie).
Een duiker met de huidige scope A3 zal conform de nieuwe scope A30 zelfredzaam moeten zijn en een redding moeten doen met een SCUBA uitrusting, droogpak en volgelaatmasker vanaf een diepte tussen 6 en 9 meter, met verminderd zicht.
Een duiker met de huidige scope A3B4 zal conform de nieuwe scope A30B50 zelfredzaam moeten zijn en een redding doen met een SSE uitrusting vanaf een diepte tussen 6 en 9 meter, met verminderd zicht.
Een duiker met de huidige scope C hoeft voor herregistratie geen praktijkexamen te doen mits hij aantoonbaar voldoet aan de doorlopende beroepservaring.
Meer detail met betrekking tot deze examens kunt u vinden in het Toetsplan 5.0 welke gepubliceerd zal worden op de website van SWOD.
Certificaat duikploegleider
Vanaf 01-02-2025 zal het niet meer mogelijk zijn om een praktijkproef onder leiding van een duikploegleider NDC-CI uit te voeren voor uw herregistratie duikploegleider.
De praktijkproeven uitgevoerd voor 01-02-2025 zullen geldig blijven en geaccepteerd worden bij herregistratie. Indien u deze niet heeft gedaan voor 01-02-2025 zult u bij herregistratie een theorie en een praktijkexamen moeten uitvoeren om uw registratie geldig te houden.
De inhoud van het theorie-examen zal bestaan uit kennis van relevant wet- en regelgeving waaronder de Arbocatalogus Werken onder overdruk, de bijbehorende informatiebladen en de WOD-SOE. Dit examen zal een “Openboek” examen zijn (u mag de antwoorden opzoeken in de bij het examen beschikbare documenten). Het praktijkexamen zal bestaan uit het leiding geven aan een duikopdracht waarbij een noodprocedure aan bod komt. Verdere details met betrekking tot deze examens is ook weer te vinden in het Toetsplan 5.0
Certificaat duik-medisch begeleider
Onder registratie zal er voor het certificaat duik-medisch begeleider B1 (EHBO duikarbeid) en het certificaat duik-medisch begeleider B2 (MAD-A) niet veel veranderen.
Bij het examen duik-medisch begeleider B1 zal een beperkt neurologisch onderzoek en een bloeddrukmeting deel worden van het examen. Het beperkt neurologisch onderzoek zal bestaan uit het testen van de pupilreflex. De bloedrukmeting zal met een automatische bloeddruk meter uitgevoerd worden.
Certificaat duikerarts.
Onder registratie zal het jaarlijkse portfolio-onderzoek komen te vervallen. De registratie zal 5 i.p.v. 4 jaar geldig blijven. Er zal 5 jaarlijks een portfoliobeoordeling bij herregistratie gedaan worden. Deze zal zijn op basis van uitgevoerde keuringen, behaalde studiepunten en in het geval van de kwalificatie duikerarts B, de verbondenheid aan een organisatie die werkzaamheden onder overdruk uitvoert. Verdere details met betrekking tot het behalen van de studiepunten volgen in een apart nieuwsbericht.
Conversie naar nieuwe scopes:
Duiker/ Duikploegleider
Een certificaat met de volgende scope |
Wordt geregistreerd in deze scope |
Bijzonderheden |
A1 |
A9 |
|
A2 |
A15 |
|
A2B1 |
A15 OLV |
A15 OLV: Indien specifiek de registratie duiker in deze wordt verzocht en men voldoet aan het opleidingscurriculum SWOD voor de scope A15 OLV kan men in deze scope geregistreerd worden. (Deze scope is met name voor Brandweer en Defensie ontwikkeld). Er is geen scope A15 OLV voor de duikploegleider. Indien de duikploegleider als duiker de scope A15OLV heeft of heeft gehad, mag deze duikploegleider met een scope A15 optreden als duikploegleider bij werkzaamheden in de scope A15OLV. |
A3 |
A30 |
|
A2B1/A3B1 |
|
Komt te vervallen |
A3B2 |
A30B30 |
|
A3B3 |
A30B50R |
|
A3B4 |
A30B50 |
|
C |
C |
|
De nieuwe scope beschrijving is als volgt:
A categorie: kenmerkend voor deze categorie zijn lichte werkzaamheden zonder aangedreven gereedschappen waarbij voornamelijk mobiliteit van de duiker van belang is voor zijn werkzaamheden.
- A9: het uitvoeren van lichte werkzaamheden, met een SCUBA duikuitrusting tot een diepte van 9 meter, binnen de grenzen van no-deco duiktijden, onder geconditioneerde omstandigheden;
- A15: het uitvoeren van lichte werkzaamheden, met een SCUBA duikuitrusting, tot een diepte van 15 meter, binnen de grenzen van no-deco duiktijden;
- A15OLV: het uitvoeren van lichte werkzaamheden, met een SCUBA duikuitrusting met aansluiting op een hogedrukluchtvoorziening vanaf de oppervlakte, tot een diepte van 15 meter, binnen de grenzen van no-deco duiktijden;
- A30:het uitvoeren van lichte werkzaamheden, met een SCUBA duikuitrusting tot en met een diepte van 30 meter;
B categorie: kenmerkend voor deze categorie zijn zware werkzaamheden waarbij de duiker voornamelijk statisch zijn werkzaamheden uitvoert.
- B30: het uitvoeren van zware werkzaamheden, met een SSE duikuitrusting, tot en met een diepte van 30 meter;
- B50R: het uitvoeren van zware werkzaamheden, met een SSE duikuitrusting, tot en met een diepte van 50 meter;
- B50: het uitvoeren van zware werkzaamheden, met een SSE duikuitrusting, inclusief het duiken vanuit een open duikklok, tot en met een diepte van 50 meter;
C categorie: kenmerkend voor deze categorie zijn zware werkzaamheden waarbij de duiker vanuit een gesloten duikklok gebruik maakt van ademgassen die ten behoeve van het ademen op grotere dieptes samengesteld zijn.
- C:het uitvoeren van zware werkzaamheden, met een SSE duikuitrusting, inclusief het duiken vanuit een gesloten duikklok.